Twan van Venrooij
Tijdens de zwangerschap blijven roken is geassocieerd met een kleiner hersenvolume en het verhoogd voorkomen van stemmingstoornissen bij het kind. Dat melden onderzoekers van het Erasmus MC in Neuropsychopharmacology (2013; epub 7 oktober).
Hannan El Marroun en collega’s maakten voor hun studie gebruik van de Rotterdamse Generation R-studie. Dit onderzoek volgt de groei, ontwikkeling en gezondheid van 10.000 Rotterdamse kinderen geboren tussen 2002 en 2006. Zij vergeleken 113 kinderen van wie de moeder tijdens de zwangerschap had doorgerookt met 113 gematchte controles. Van alle kinderen was een MRI-scan gemaakt toen zij 6 tot 8 jaar oud waren en rond de 6-jarige leeftijd vulden hun moeders een vragenlijst in over het vóórkomen van gedrags- en emotionele stoornissen.
De kinderen van moeders die tijdens de zwangerschap rookten, hadden een lager hersenvolume en een lagere hoeveelheid grijze stof in de cortex dan de kinderen uit de controlegroep. Daarbij was prenatale blootstelling aan tabak geassocieerd met een dunnere cortex in delen van de hersenen. Verder kwamen stemmingstoornissen significant vaker voor bij de kinderen die waren blootgesteld aan tabak tijdens de zwangerschap. Het verband tussen doorroken en stemmingstoornissen bleek deels verklaard te worden door het dunner worden van delen van de cortex.
Bij kinderen van vrouwen die stopten met roken nadat zij wisten dat ze zwanger waren, werden de effecten op de hersenen niet gevonden. Dit resultaat moet echter voorzichtig geïnterpreteerd worden, merken de onderzoekers op, omdat de groep die stopte in het begin van de zwangerschap relatief klein was. Hoewel de auteurs eveneens waarschuwen voor het onterecht leggen van causale verbanden, is hun conclusie dat de uitkomsten wijzen op langetermijngevolgen van prenatale blootstelling aan tabak op de hersenstructuur en -ontwikkeling.
Klik hier om meer informatie te krijgen en voor het maken van een afspraak.